Verknipte Dagen 58

COMMUNICATIE, COMMUNICATIE! (2)

Soms mag ik een beetje helpen op de telefooncentrale.

Meestal wil de beller (contact met) een ander nummer op de kazerne, soms met iemand in Nederland en soms ook wel met een nummer in de Verenigde Staten. Dat zijn dan meestal de Amerikaanse militairen die op een apart gedeelte van de kazerne gelegerd zijn. Zij bellen altijd ‘s nachts, want dan is het overdag in de States. Ze vragen meestal om een z.g. ‘collect call’ d.w.z. de andere kant moet verklaren dat hij of zij het gesprek voor zijn rekening neemt. Vervolgens wordt de verbinding tot stand gebracht door de plug in de betreffende lijn te pluggen. Soms moet er een ingewikkelde verbinding worden gemaakt via andere operators op andere bases in het buitenland, maar daar waag ik me nooit aan wanneer ik mag helpen.

Het is erg interessant werk door het directe contact met de mensen en ook wel door het feit dat de bellers weten dat ze vaak afhankelijk zijn van de inspanningen van de operator om een verbinding (een lijntje in het jargon) te krijgen. De jongens van de centrale zijn door hun werk ook meestal op de hoogte van de laatste roddels. Ze weten (vermoeden) ook wel wie het dezer dagen met wie doet, maar ze gaan met die informatie heel discreet om.

Ons werk op de telex is daar tegenover veel afstandelijker. De tekst wordt integraal overgetikt op een elektrische typemachine, die maakt er een meterslange ponsband van met telkens vijf verschillende perforaties en een kleinere perforatie die als loopband dient. Het geprogrammeerde bandje gaat vervolgens in een zendapparaat, dat het bericht daadwerkelijk verstuurt. De meterslange bandjes worden vervolgens opgeslagen. De berichten zijn in feite gewoon grote brieven, met meestal het label ‘confidential’, maar soms ook wel met ‘classified’ (tot NATO TOP SECRET), bijvoorbeeld over de zesdaagse oorlog in Israël (juni ’67). Vaak zijn de berichten echter minder belangrijk en gaan ze over logistieke of persoonlijke zaken zoals leveringen, bestellingen, bevorderingen of overplaatsingen.

Met onze telexen kunnen we ook online communiceren met iemand achter een andere telex. Dat moet af en toe gebeuren om een ‘lijn’ te checken, maar is verder streng verboden. Toch corresponderen we wel ook eens met een stel meiden op een andere NATO-basis in Münster, maar alleen tijdens weekenden of tijdens de stille Kerstdagen. Deze Deutsche ‘Mädel’ krijgen we echter nooit echt te zien.

© thrammy 16

Verknipte Dagen 58

COMMUNICATIE, COMMUNICATIE! (2)

Soms mag ik een beetje helpen op de telefooncentrale.

Meestal wil de beller (contact met) een ander nummer op de kazerne, soms met iemand in Nederland en soms ook wel met een nummer in de Verenigde Staten. Dat zijn dan meestal de Amerikaanse militairen die op een apart gedeelte van de kazerne gelegerd zijn. Zij bellen altijd ‘s nachts, want dan is het overdag in de States. Ze vragen meestal om een z.g. ‘collect call’ d.w.z. de andere kant moet verklaren dat hij of zij het gesprek voor zijn rekening neemt. Vervolgens wordt de verbinding tot stand gebracht door de plug in de betreffende lijn te pluggen. Soms moet er een ingewikkelde verbinding worden gemaakt via andere operators op andere bases in het buitenland, maar daar waag ik me nooit aan wanneer ik mag helpen.

Het is erg interessant werk door het directe contact met de mensen en ook wel door het feit dat de bellers weten dat ze vaak afhankelijk zijn van de inspanningen van de operator om een verbinding (een lijntje in het jargon) te krijgen. De jongens van de centrale zijn door hun werk ook meestal op de hoogte van de laatste roddels. Ze weten (vermoeden) ook wel wie het dezer dagen met wie doet, maar ze gaan met die informatie heel discreet om.

Ons werk op de telex is daar tegenover veel afstandelijker. De tekst wordt integraal overgetikt op een elektrische typemachine, die maakt er een meterslange ponsband van met telkens vijf verschillende perforaties en een kleinere perforatie die als loopband dient. Het geprogrammeerde bandje gaat vervolgens in een zendapparaat, dat het bericht daadwerkelijk verstuurt. De meterslange bandjes worden vervolgens opgeslagen. De berichten zijn in feite gewoon grote brieven, met meestal het label ‘confidential’, maar soms ook wel met ‘classified’ (tot NATO TOP SECRET), bijvoorbeeld over de zesdaagse oorlog in Israël (juni ’67). Vaak zijn de berichten echter minder belangrijk en gaan ze over logistieke of persoonlijke zaken zoals leveringen, bestellingen, bevorderingen of overplaatsingen.

Met onze telexen kunnen we ook online communiceren met iemand achter een andere telex. Dat moet af en toe gebeuren om een ‘lijn’ te checken, maar is verder streng verboden. Toch corresponderen we wel ook eens met een stel meiden op een andere NATO-basis in Münster, maar alleen tijdens weekenden of tijdens de stille Kerstdagen. Deze Deutsche ‘Mädel’ krijgen we echter nooit echt te zien.

© thrammy 16

Verknipte dagen 57

COMMUNICATIE, COMMUNICATIE (1)

Van de kapitein krijgen Hein, Karel en ik een grote mate van vrijheid: we mogen ons werkrooster zelf samenstellen en dat geeft natuurlijk een gevoel van vertrouwen. Als er maar altijd iemand aanwezig is en de dienst goed is geregeld, dan heeft Peters er geen moeite mee. Eigenlijk is de organisatie hier sowieso heel modern en niet star militair. De Luchtmacht staat bekend als het meest technische onderdeel van de krijgsmacht, als een groot bedrijf zonder overdreven nadruk op de militaire hiërarchie. We mogen buiten diensttijd ook al heel gauw rondlopen in burger en het formele salueren op de kazerne wordt in mijn tijd spoedig afgeschaft. Het is daarom misschien ook het onderdeel met relatief de meeste beroepsmilitairen.

Buiten ons kleine team hebben we veel contact met de maten van de telefooncentrale die ook een plek hebben in de grote betonnen bunker. Onder hen zijn ook een aantal jongens die net als ik uitstel hebben gehad wegens studie. Er loopt een Rotterdamse onderwijzer tussen die af en toe mag invallen op de dorpsschool beneden. Soms, meestal in het weekend, mogen wij telexisten ook wel eens meehelpen op de centrale.

Met een koptelefoon op zitten we dan achter het grote switchboard met een paar honderd nummers en moeten we verbindingen tot stand brengen, het zogenaamde ‘pluggen’. Als er iemand inbelt moet de operator een handmatige connectie maken. Draait iemand op de kazerne het nummer van de Centrale, de 9, dan gaat er bij zijn nummer op het grote bord een lampje branden. De ‘operator’ plugt in, maakt contact met de beller die doorverbonden wil worden en die krijgt vervolgens de verbinding waarom wordt gevraagd.

Er zijn interne en externe lijnen, zowel inkomend als uitgaand. Op een intern nummer melden we ons met ‘Operator’ of ‘Centrale’; op de externe nummers vanuit Nederland, Duitsland of de Verenigde Staten is het in principe: ‘Schöppingen, zwo, drei, fünf’ of zo nodig in een andere taal.

© thrammy 16

Verknipte Dagen 56

DE RODDELS KLOPPEN INDERDAAD MAAR VOOR DE HELFT

Denise is nu echt te ver gegaan en dat is jammer. Ze was gedurfd bezig, dat wel, maar ze bleef toch binnen bepaalde grenzen. Die lijken nu ruim overschreden en dit zal vervelende consequenties hebben, dit gaat haar flink opbreken zegt iedereen. Ze zou al dagen van huis zijn weggebleven en dat doet een vrouw niet en al zeker niet de vrouw van een officier. De beer is los, de berin.

De kazerne is in rep en roer, de staf staat op de achterste benen, het is tenslotte maar een kleine gesloten gemeenschap, iedereen kent iedereen. Maar zoals wel vaker: het bericht kan niet officieel worden bevestigd, het blijft bij een gerucht en je kunt zulke roddels voorlopig beter niet doorvertellen, het kan zijn dat het nieuws flink overdreven is en je flink in je hemd zet. Maar toch, de witte cabrio is al een hele week niet meer op de parkeerplaats van het PMT gesignaleerd, wat hoogst opmerkelijk is.

De roddels kloppen inderdaad maar voor de helft of nog minder. De waarheid blijkt totaal anders, maar we schrikken er toch wel van. Ongetwijfeld om haar woeste levensstijl enigszins te financieren, of misschien wel voor de kick, wie zal het zeggen, heeft onze Denise zich in een overmoedige bui ook op het smokkelaars pad begeven. Ik hoor het van Sjouke, van wie anders. Ze moet gedacht hebben: wat Sjouke kan, dat kan ik ook en ze is met een heleboel drank aan boord naar vrienden in Nederland gereden, aan de grens gecontroleerd en gepakt.

Nadat bekend werd wie ze was, (vrouw van!) is de kwestie in handen gegeven van de marechaussee. Maar daar protesteerde Denise weer tegen (‘ik ben geen militair!’) en die schoof het dossier weer als een hete aardappel terug naar de douane en justitie. Ze kan nu even niet terug naar Schöppingen, wordt opgehouden in Nederland van waaruit ze Sjouke met een telefoontje heeft vereerd. Tja, een centralist komt overal achter en zit overal tussen. Ze heeft hem ervan verzekerd, dat zijn naam in geen enkel verband is gevallen en daar is hij natuurlijk wel erg blij mee.

Na twee weken verschijnt ze opeens weer doodleuk onder de maten, trakteert spontaan op een rondje en vertelt haar verhaal zelf. De drank is uiteraard verbeurd verklaard en de vermetele actie is ten slotte met een forse geldboete afgedaan. Denise geeft toe dat ze flink is geschrokken, ze zal het nooit meer doen. We krijgen echter de indruk dat ze ook wel een beetje genoten heeft van het avontuur en al de ophef er omheen. En dat ze er nu weer een tijdje tegen kan, tegen die ontzaglijke verveling in dit godvergeten gat.

Misschien verzint ze binnenkort wel weer iets anders, we zijn benieuwd.

© thrammy 16

VERKNIPTE DAGEN 55

SCHIPHOL MEI 2014 – ‘EXPECTED LANDING’ : 14.52 UUR, (2)

Ik kan nu echt niet langer aan het tafeltje blijven en reken af, geef veel teveel fooi en ga toch maar bij al die andere wachtende mensen aan het hek staan. Er zijn mensen met bordjes, met bloemen, zelfs een vader en een dochter met een spandoek en een hele familie met sombrero’s die ze nu allemaal op commando tegelijk op hun kop zetten. ‘Welcome Home Britt’, staat er op de malle, puntige hoeden. Ik vind dat ze wel wat meer hadden mogen variëren in hun tekst voor die thuiskomende Britt. Dan, volkomen onverwachts, zie ik mijn lief drietal achter een karretje koffers door de deur glippen en verwachtingsvol Nederland binnen kijken.

Ik sluit ze in de armen en diep binnen in mij is er die enorme opluchting. Alle foute zwarte ballonnen worden lek geprikt. Hoe kon ik denken dat het niet goed zou gaan? De kleine prins denkt diep na: wie was dat ook al weer? Hij herkent mij na enig nadenken en schenkt mij royaal zijn mooiste glimlach. Relax man! Alles is goed. De twee vrouwen aan het tafeltje mogen zijn wie ze zijn, Schiphol is de mooiste plek op aarde, Rutte valt ook eigenlijk best mee en het beroep van bankier wordt veel te veel bekritiseerd. Ruim twee uren terug in de auto stellen niets voor. Met de veel te grote fooi heb ik het lot omgekocht.

Ik vertel op de terugreis hoever ik ben met mijn boek, mijn Project ‘S’. Kan straks thuis weer verder aan mijn verhaal, heb diverse hoopvolle aanzetten, ben enthousiast begonnen met notities, gedachten, ingevingen, herinneringen en overwegingen, maar raak natuurlijk straks weer de draad kwijt. Wat heb ik en waar staat het ook al weer allemaal, in welke volgorde moet het worden geplaatst en hoe verhoudt het zich tot elkaar? Pijnig mijn hersens bij het zoeken naar de feiten en omstandigheden, het verhaal van het einde en het begin, de kop en de staart, het duizelt me weer eens. Enfin, relatief kleine zorgen die organisatie van het verhaal, mijn dierbare drietal is weer veilig terug en we begeven ons in de trouwe Toyota op weg naar het uiterste zuidelijke puntje van Nederland.

Dat is altijd zo heerlijk aan het dichten: een gedicht staat los van alles, heeft nergens mee te maken, het is eigenstandig en zelfstandig, het gedicht past nergens in en behoort niemand toe. Het begint uit het niets, is zelf begin en einde, het opent en sluit, het gedicht heeft genoeg aan zichzelf en hoeft nergens toe te dienen. Remco Campert had het er vandaag nog over in zijn wekelijkse column in de Volkskrant. Maar een verhaal behoeft structuur en als je het begin verandert, in het midden iets weghaalt of later iets toevoegt, als je de plot wijzigt, of de volgorde verandert, het is allemaal funest voor de rest, niets klopt meer, alles gaat op de helling, alles gaat schuiven, het hele gebouw moet worden herbouwd.

En ik ben een slecht architect.

© thrammy 16

VERKNIPTE DAGEN 54

SCHIPHOL MEI 2014 – ‘EXPECTED LANDING’ : 14.52 UUR  (1)

Het is zondag, kwart voor drie in de middag en ik zit aan een wankel tafeltje in de buurt van Arrivals 3. Voor mij, aan een ander wiebeltafeltje landen nu twee Hollandse vrouwen van onbestemde leeftijd, buiten is er de staart van een heel zachte winter en de inkomende vlucht KL 0686 met aan boord mijn jongste zoon, zijn lieve vrouw en de kleine prins. ‘Expected landing’ om 14.52 uur, ongeveer twintig minuten eerder dan gepland vanwege een sterke rugwind (straalstroom) in de hogere luchtlagen.

Ik heb geïnvesteerd in een kannetje thee van drie euro vijf en zeventig, de twee struise vrouwen kakelen honderduit bij twee opvallend grote glazen witbier. De ene, die met het hoogste woord, heeft aangeplakte, zwarte heksenlange nagels en zes vette ringen aan haar slanke vingers en twee blinkend metalen ringetjes in elk oor. De vriendin blijft maar nerveus op het schermpje van haar smartphone loeren, alsof daar haar redding vandaan moet komen. Het gesprek gaat zo te horen nergens over, ik kan me echt niet voorstellen dat hier na vandaag ooit een woord van wordt onthouden of herinnerd, noch door mij, noch door de middelbare vrouwen. Het lijkt er meer op dat er wordt gepraat om de akelige stilte die zou kunnen ontstaan, voor te blijven. Voor mij verzamelen zich steeds meer mensen voor de afzetting bij de schuifdeur waar af en toe een stewardess of bemanningslid in uniform doorheen glipt.

Twee jonge marechaussees met getrokken UZI lopen voortdurend door mijn blikveld, ook zij wachten blijkbaar op passagiers van deze vlucht. Het bekende wapen brengt me onmiddellijk terug in Schöppingen en bij mijn werk aan het boek, dit boek. Vorige week is hier nog een beruchte drugsbaron uit Mexico gearresteerd, vandaar de Uzi’s. De ene heeft een nerveuze vinger aan de trekker, de ander lijkt wat meer ontspannen.

Ik wil deze keer nu eens niet bij de afscheiding gaan staan, ik ga ook niet op de elektronische borden kijken of het vliegtuig met de dierbare vracht al geland is, ik weet dat ik er alleen maar nog meer gespannen van word. Ben me ervan bewust dat de Boeing 747 nu waarschijnlijk de landing heeft ingezet, altijd het moeilijkste deel van de lange vlucht over de oceaan, dat ik volkomen machteloos ben en het allemaal niet in de hand heb en dat ik ook nu de loop der dingen niet kan dwingen. Ik weet ook dat het altijd goed gaat en dat het na de landing nog minstens een half uur duurt voor ze buiten zijn: pascontrole, bagage zoeken en van de band plukken. Waarom ben ik ook vandaag weer veel te vroeg gekomen? Ik moet hoognodig, maar kan nu niet meer naar het toilet, je zult altijd zien dat ze dan net door de schuifdeur komen. Heb ook nog de bloemen vergeten en ik had toch verdomme tijd zat. Ook dat kan nu niet meer.

© thrammy 16

VERKNIPTE DAGEN 53

EVEN OP JEZELF BENEDEN AAN DE HEUVEL IN EEN DUITSE KROEG

 Het is dienst op, dienst af, naar het PMT, kaarten, dobbelen, tafeltennissen, aan de bar hangen, soms even met verlof naar huis en weer terug, bedenken hoe lang al en hoe lang nog, voetballen als je genoeg jongens bij elkaar krijgt en vaak ook vechten tegen de verveling, echt teruggeworpen worden op jezelf en op de demonen in je kop. En dan op een avond aarzelend en onverwacht, argeloos bijna, aan Sjouke de dingen vertellen die onvermijdelijk eens gezegd moeten worden. Stilletjes je diepste gedachten bloot leggen, hem duidelijk maken wat er steeds door je hoofd spookt, waar je mee worstelt en wanneer het ontstaan is. Aan hem je diepste geheimen openbaar maken, je binnen-binnenste bloot leggen. Na al de stoere soldatenverhalen de waarheid vertellen van deze kwetsbare, verlegen jongen die zich uit alle macht probeert te handhaven in de Grote Mensen Wereld, die zich geen raad weet met de dwaze gedachten en beelden in zijn hoofd, die de flinke vent probeert uit te hangen, maar best moeite heeft met de nieuwe omgeving waarin hij moet functioneren.

Vertellen over thuis, het leven en werken op de boerderij tussen het vee, vertellen over het grote gezin, over de lange winteravonden in de kleine, veel te warme keuken waar wordt gestookt, gerookt, fanatiek gekaart en gedamd. Waar de verhalen van de oorlog steeds opnieuw moeten worden verteld en waar hij als jongste van het gezin een nogal uitzonderlijke positie inneemt met zijn studie. Een positie die hem extra eenzaam maakt.

Alle maten zijn al lang terug naar boven en wij zijn achtergebleven in de dorpskroeg waar we eigenlijk maar weinig komen, want hier is het bier ruim twee keer zo duur als in het PMT, maar je wilt ook wel eens wat anders. En hier is het intiemer, hier ben je even buiten de sfeer van het soldatenleven, ben je even op jezelf al is het in een Duitse kroeg. Sjouke luistert aandachtig, reageert hoe ik had gehoopt en verwacht: zwijgend, instemmend, begrijpend, rustig en het is goed zoals het is. Ik voel een enorme opluchting dat hij zo blijkt te zijn zoals ik had gehoopt en gedacht. Hier is een vriend die wil luisteren, die begrijpt dat dit belangrijk voor mij is, een vriend die dit nooit verder zal vertellen, die dit geheim tussen ons zal laten bestaan, die nooit van deze informatie misbruik zal maken. Een willekeurig door het vaderland opgelegde verplichting heeft ons in deze vreemde situatie samen gebracht.

Dan vertelt hij zijn eigen verhaal dat zich afspeelt in Amsterdam, tegen een volkomen andere achtergrond, in de totaal andere omgeving van een wereldstad, het contrast kan niet groter zijn. Zijn ouders zijn aardige, vriendelijke mensen, hij heeft nog een zus en hij houdt zielsveel van zijn thuisfront, heeft een fijne jeugd gehad en treedt als het mogelijk is, straks in de voetsporen van zijn vader. Hij houdt van de sfeer in de kroeg, van de hectiek van het weekend, hij houdt van het bruisende en onvoorspelbare van het vak. Van al die totaal verschillende mensen die komen en gaan, die hun verhaal kwijt willen, die leven brengen in de kroeg. Hij houdt van het speelse contact, van de vele gesprekken met toeristen die om de bekende redenen vanuit de hele wereld naar Amsterdam komen. Hij houdt van alles wat zich afspeelt rond het uitgaansleven. Hij geniet van de Amsterdamse humor, het is ook zijn leven, het zal ook zijn toekomst worden.

Ik vertel van mijn eenvoudige, maar wijze moeder die er altijd voor me is. Moeder die haar grote gezin met slimheid, een flinke portie geluk, maar vooral met liefde en grote wilskracht door de ellende van ruim vier jaar oorlog heeft geleid. Ik vertel van de onvoorstelbaar sobere achtergrond waar ik vandaan kom, van de eenvoud van het platteland, maar ook van ons unieke plekje te midden van de prachtige natuur en weer luistert Sjouke met veel belangstelling, hij wil het allemaal graag weten.

Dan is het opeens al heel laat en omdat we voor twaalf uur voorbij de wacht moeten zijn, gaan we de heuvel op. Er lijkt een soort van verbond gesloten, maar het wordt nergens genoemd en al zeker niet verklaard of opgetekend.

 © thrammy 16

Verknipte Dagen 52

HEERLIJKE HENNESSY, BEROEMDE SCHOTSE WHISKY EN EXQUISE MARTELL

Omdat we militairen in het buitenland zijn, mogen we hier veel dingen taxfree kopen en enkele jongens zien daar wel brood in. Er dient zich een interessant verdienmodel aan. Zo is er ene Menno uit Enschede die een lucratieve smokkelhandel heeft opgezet. Hij is een soort van ZZP’er avant la lettre en zijn business is: jazeker, suiker, hij gaat in suiker! Ook op suiker blijkt tot mijn verbazing nogal wat belasting te worden geheven. Suiker is een luxeproduct. Hij koopt tientallen kilo’s witte zoetigheid in Münster en verkoopt die aan een warme bakker in zijn woonplaats Enschede. Niet eenmalig, nee, hij wordt gewoon de hofleverancier! In alle gebak in Enschede zit meestal suiker uit Münster!

Menno, die natuurlijk ook een pasje heeft voor de grote militaire super, gaat op een donderdag weer eens voor suiker naar de Engelse NAAFI-store in Münster, Sjouke en ik mogen mee. Menno heeft al langer die deal met die bakker in Enschede en hij haalt vandaag weer een vrachtje van zestig kilo op. In Münster blijkt waarom ik nu ook opeens mee moet: Sjouke wil een boel sterke drank inkopen en het is handiger (= minder verdacht) als die drank over wat meer mensen verspreid wordt. Hij koopt een paar dozen sterke drank, vooral enkele merken Franse cognac, maar ook rum, whisky en jenever.

Voor de kassa duwt hij me honderd Mark in handen, dan kan ik ook een aantal flessen afrekenen. Menno heeft zijn karretje vol suiker en we gaan vol beladen terug naar de kazerne. Op de terugweg gaat het erover hoe ze de spullen morgen de grens over willen brengen. Menno stopt alles in zijn Kever en dat wil hij voorlopig blijven doen, Sjouke reist altijd gewoon met de schoolbus tot Enschede, maar hij mag echt niet zoveel drank de grens over brengen. Eigenlijk mag je totaal geen belastingvrij spul uitvoeren, maar een enkele fles voor eigen gebruik wordt wel oogluikend toegestaan. Deze hoeveelheid kan natuurlijk echt niet. Volgens Sjouke is de oplossing heel simpel: hij zal een aantal maten in de bus vragen of ze elk een fles tot over de grens in hun tas willen stoppen, dat zal wel lukken.

We zijn intussen terug bij de basis, de slagboom gaat omhoog en we rijden met onze taxfree spullen het terrein op. Morgen gaan Menno en Sjouke met spannend verlof, ik blijf het weekend in Schöppingen. Op de maandag daarna hoor ik dat alles vlekkeloos is verlopen, voor Menno was dit het zoveelste vrachtje, voor Sjouke was het de vuurproef, maar alles ging prima. Zijn vader in Amsterdam was zeer vereerd met het spul: heerlijke Hennessy, beroemde Schotse whisky en exquise Martell voor een schappelijk prijsje.

Er zijn meer handige maten. Een andere soldaat verzorgt de z.g. veldpost op onze kleine kazerne. De brieven, kaarten en eventuele pakjes van het thuisfront die in Enschede aankomen, sleept hij in postzakken naar onze verblijven waar hij het spul verdeelt. Hij maakt voor het vervoer gebruik van de schoolbus waarmee de pubers naar de middelbare school worden gebracht en gehaald. Het is natuurlijk een verhaal van de kat en het spek: de betrouwbare postzakken worden op een gegeven moment door hem gebruikt voor het smokkelen van sigaretten. Na tien glazen bier, die hij blijkbaar wel makkelijk kan betalen, heeft hij het daar wel eens over.

Jammer genoeg wordt hij op een van zijn laatste ‘dienstreizen’ gepakt en moet hij daarna nog drie maanden ‘achter de wacht’, daarna mag hij pas echt afzwaaien.

© thrammy 16