Gé moet naar het ziekenhuis, alweer. Hij moet nu door de scan. Of in de scan, of tussen de scan, want het apparaat is eigenlijk een soort van zonnebank, of een veredeld tostiapparaat. Hij krijgt vandaag geen gewone scan, maar eentje met een infuus voor de contrastvloeistof. Gé haat infusen omdat het bij hem bijna altijd fout gaat bij het aanprikken. Zo ook vandaag.
Na twee pogingen weigert hij verdere medewerking. ‘Roep maar iemand anders!’ De tweede verpleger lukt het ook niet en hij besluit de troefkaart van het ziekenhuis in te zetten, zeg maar de Joker. Dat blijkt een middelbare, maar toch goed geconserveerde vrouw te zijn.
Ze gaat wijdbeens tegenover hem zitten, neemt zijn linkerhand en duwt die in haar kruis. Ze prikt de ader in de bovenarm feilloos aan en wil alweer weggaan en Gé stomverbaasd achterlaten, waarschijnlijk heeft ze meer te doen. Ze kan het echter niet laten om haar verbluft kijkende patiënt een verklaring te geven voor haar ongebruikelijke maar effectieve actie.
‘Ik zie U kijken, maar er is geen man, die zijn hand durft te bewegen!’
© thrammy ‘20
thrammy 